NIEUWEGEIN/HARMELEN - Een 45-jarige man uit Harmelen heeft op 11 juli 2010 in Nieuwegein Richard Houtveen doodgestoken. De rechtbank Midden-Nederland vindt dat er voldoende bewijs is dat de man tijdens een ruzie de 25-jarige Houtveen met een scherp voorwerp in het hart stak en legt hem een gevangenisstraf op van 11 jaar en 6 maanden.

Houtveen wilde ruzie sussen
Op 11 juli 2010 speelde Nederland de finale van het WK-voetbal tegen Spanje. In het centrum van Nieuwegein was de wedstrijd te volgen op een groot scherm. Zowel Houtveen als verdachte keken daar, ieder met een eigen groep, naar de wedstrijd. Na afloop vonden er verschillende incidenten plaats. Allereerst kreeg het broertje van Houtveen ruzie met een andere man. Houtveen hield zijn broertje daarbij tegen en nam hem mee. Die andere man riep daarna dat hij Houtveen en zijn broertje ‘ging schieten’. Een vriend van Houtveen gaf die andere man vervolgens een klap waardoor hij op de grond viel. De verdachte uit Harmelen was hiervan getuige en wilde verhaal halen bij de vriend van Houtveen, waarna een ruzie ontstond. Houtveen is op enig moment tijdens deze ruzie tussenbeide gekomen. Op dat moment duwde verdachte tegen de borst van Houtveen die daarna samen met zijn vriendin wegliep en waarna hij enkele momenten later in elkaar zakte. Hij had een steekwond in zijn borst van waaruit bloed stroomde. Houtveen overleed kort daarop in het ziekenhuis.

Al eerder in beeld als verdachte
Twee dagen later houdt de politie de man uit Harmelen aan als verdachte. Op 18 november 2010 maakte het Openbaar Ministerie bekend dat zij te weinig wettig en overtuigend bewijs zien om de man langer te vervolgen. Zijn voorlopige hechtenis wordt op dat moment opgeheven en hij krijgt een schadevergoeding voor de tijd dat hij vastzat. Ruim 9 jaar later, op 10 december 2019, werd de man opnieuw aangehouden omdat er nieuw bewijs was.

Fysiek contact

Houtveen is overleden aan een steekwond in zijn hart. Deskundigen verklaren dat Houtveen na het oplopen van deze steekwond nog zeer korte tijd – waarschijnlijk maximaal één minuut – bij bewustzijn kan zijn geweest. Verdachte ontkent dat hij Houtveen heeft gestoken. De rechtbank gelooft dit niet. Vóór het duwen was er niets aan Houtveen te merken en vrijwel direct na die confrontatie zakt hij in elkaar.

Getuigen verklaren dat verdachte Houtveen een duw in de borststreek gaf, daar waar het dodelijk letsel zat. De rechtbank vindt dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat het de man uit Harmelen geweest is die Houtveen doodstak. Bovendien loopt het bloedspoor van Houtveen vanaf de plek waar hij geduwd werd tot de plek waar hij naar de grond zakte. Voor alternatieve scenario’s, bijvoorbeeld dat Houtveen al eerder gestoken zou zijn, is geen bewijs en dat vindt de rechtbank ook niet geloofwaardig.

Bruut en achteloos
De man uit Harmelen maakte zich schuldig aan één van de zwaarste delicten, namelijk doodslag. Hij heeft met zijn handelen Houtveen op brute en achteloze wijze uit het leven gerukt. Ook heeft hij de nabestaanden voor altijd onbeschrijflijk veel pijn en verdriet gedaan. Zij moeten niet alleen al 12 jaar leven met het gemis van Houtveen, maar zij leven al die tijd ook met de onzekerheid over wie verantwoordelijk is voor de dood van hun zoon, partner, broer en vriend. Verdachte heeft sinds de start van het opsporingsonderzoek in 2010 geen enkele duidelijkheid verschaft en geen verantwoordelijkheid genomen. De rechtbank vindt de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 12 jaar, in principe een passende straf. Maar omdat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, gerekend vanaf het moment dat hij (opnieuw) in 2019 is aangehouden, matigt de rechtbank de straf. Verdachten mogen er op rekenen dat zij binnen twee jaar nadat zij als verdachte zijn aangemerkt het vonnis horen. Ook bepaalt de rechtbank dat de man de straf direct moet uitzitten; hij mag een eventueel hoger beroep niet in vrijheid afwachten. Omdat het gerechtshof de voorlopige hechtenis had opgeheven betekent dit dat de man direct weer vast komt te zitten.