UTRECHT - Een 37-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 20 jaar voor een dubbele liquidatiepoging in 2016. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelt de man bij verstek, hij is namelijk voortvluchtig.

De verdachte vroeg enkele maanden voor het schietincident aan een man of hij voor hem ‘een klus’ wilde doen. De man stemde hiermee in een kreeg een mobiele telefoon en een auto, zodat hij altijd bereikbaar was voor de verdachte en meteen naar een afgesproken plek zou kunnen komen. De verdachte maakte in de periode daarna een aantal keer een afspraak in de omgeving van Utrecht, maar kwam daar telkens niet opdagen of zei op het laatste moment af. Op de avond van 10 december 2016 kwam het wel tot een ontmoeting. De verdachte gaf de man opdracht ‘zijn beste maat’ mee te nemen en naar een adres in Utrecht te komen. Daar moesten de mannen hun telefoons en de auto achterlaten en bij de verdachte instappen. De verdachte reed vervolgens naar een donkere weg bij een weiland in Noordeloos, waar ze allemaal uitstapten. Op enig moment, zonder aanleiding, haalde de verdachte een vuurwapen tevoorschijn en schoot een van de mannen in zijn hoofd. Toen deze man op de grond lag, schoot de verdachte nog een aantal keer gericht op zijn lichaam. Het slachtoffer werd 4 keer levensgevaarlijk geraakt. Daarna vuurde de verdachte gericht kogels af op de andere man. Deze man vluchtte, sprong in een sloot en ging in het donker onder water liggen. De verdachte zag hem echter en schoot nog een aantal keer op hem. Dit slachtoffer werd door 2 kogels levensgevaarlijk geraakt.

De verdachte ging er vandoor, vermoedelijk dacht hij dat de beide mannen om het leven waren gekomen. Uit de bewijzen blijkt dat hij vervolgens probeerde sporen te wissen, onder meer door zijn auto in brand te steken en de auto die hij in bruikleen aan het slachtoffer had gegeven in een loods te verbergen. Daarna vloog de verdachte naar Suriname. Enkele dagen voor het voorval had hij zich al uitgeschreven uit de Basisregistratie personen (Brp) en een adres in Suriname opgegeven. Uit dit alles blijkt dat de verdachte een vooropgezet plan had de slachtoffers te doden. Hij beraamde dit plan vooraf en trof de nodige voorbereidingen. Volgens de rechtbank is er dan ook sprake van een dubbele poging tot moord.

Professionele aanslag
De uitvoering van de aanslag is zeer professioneel. De verdachte gaf het slachtoffer een auto en een telefoon in bruikleen, hield langere tijd contact met hem en kon zo een ontmoeting met de slachtoffers regelen op een door hem gepland moment. Alles was erop gericht om de mannen op een geschikte tijd en plaats op koelbloedige wijze te doden. De slachtoffers overleefden de liquidatiepoging op wonderbaarlijke wijze. Daarbij speelde waarschijnlijk een rol dat zij zich voor dood hielden. De rechtbank acht het daarom voor de strafmaat nauwelijks van betekenis dat de slachtoffers niet daadwerkelijk om het leven zijn gekomen. Alleen een zeer lange celstraf doet recht aan de ernst van deze dubbele liquidatiepoging. De rechtbank wil daarmee ook duidelijk maken dat in dit soort zaken een stevige reactie van de strafrechter volgt.