UTRECHT - Een 20-jarige man uit Utrecht is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De man deed in augustus vorig jaar mee aan de rellen die in de Utrechtse wijk Kanaleneiland waren uitgebroken. Hij vernielde hierbij onder andere een videovoertuig van de Mobiele Eenheid (ME).

Rellen
Op 14 augustus vorig jaar breken rellen uit in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Dit gebeurt op een moment waarop de samenleving al een paar maanden wordt geconfronteerd met de Coronapandemie. Er gelden de nodige maatregelen. Zo mag je niet met grote groepen samen buiten zijn. Tóch wordt op social media opgeroepen om te ‘rellen’ in Kanaleneiland. Zo’n 200 jongeren verzamelen zich op de Van Heuven Goedhartlaan in Utrecht, onder wie de verdachte. Die levert een wezenlijke bijdrage aan de rellen. Hij gooit stenen naar een (bemand) videovoertuig van de ME. Hierbij wordt de wagen ook daadwerkelijk beschadigd. De Utrechter heeft bekend dat hij meedeed aan de rellen, stenen gooide naar de ME-bus en samen met anderen een lantaarnpaal omlaag heeft gehaald. Bij het omlaag halen van de lantaarnpaal is ook een camerapaal vernield. Via een andere cameramast kon de politie meekijken met de rellen. Op de beelden is de verdachte ook te zien. Ook op het moment dat hij een beveiligingscamera, die eerder op de grond is gevallen, onder zijn shirt meeneemt.

Pompwagen

De rechtbank veroordeelt de man niet alleen voor zijn aandeel in de rellen. Een jaar eerder is hij op zijn werk in Zeewolde betrokken bij een incident met twee elektrische pompwagens. Samen met een collega is hij een vrachtwagen aan het lossen. Op een gegeven moment rijdt de verdachte met volle snelheid tegen de pompwagen van het slachtoffer aan. Die komt hierbij met zijn voet klem te zitten tussen de twee pompwagens. Uiteindelijk moeten twee tenen deels geamputeerd worden en één teen blijkt gebroken. De rechtbank oordeelt, ook na het zien van camerabeelden, dat opzet niet bewezen kan worden. Wel wordt de man veroordeeld voor het roekeloos en aanmerkelijk onvoorzichtig rijden met de pompwagen. Door zijn schuld liep het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel op.

Straf
De officier van justitie eiste in deze zaak de maximale taakstraf van 240 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk. Maar hier gaat de rechtbank niet in mee. Het feit dat de rellen én het geweld tegen de politie gepleegd werden midden in een pandemie weegt strafverzwarend mee. Een werkstraf is dan niet meer passend. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 3 maanden cel, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Ook moet hij zich laten behandelen voor zijn agressieve gedrag én moet hij het slachtoffer van het pompwagen-incident een schadevergoeding betalen.