UTRECHT - Zestien actievoerders van klimaatprotestgroep Extinction Rebellion zijn schuldig aan het tijdelijk onbruikbaar maken van ramen en deuren van het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht. Op 25 februari van dit jaar beplakten de activisten de ramen en glazen toegangsdeuren van de bank met posters. De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat mede door het forse politieoptreden en omdat er niet veel schade is aangericht er geen straf volgt. De officier had een boete van 425,- euro geëist.

Behanglijm

Op vrijdag 25 februari 2022 werden ramen en toegangsdeuren aan de voorkant van het Rabobank hoofdkantoor in Utrecht beplakt met posters door demonstranten van actiegroep Extinction Rebellion. De activisten beplakten zo’n 25 meter van de glazen pui en deden dit met behanglijm. De politie nam hen allemaal geboeid mee naar het cellencomplex in Houten. Na het weekend zijn de actievoerders met een dagvaarding naar huis gestuurd.


Schade bleef beperkt

De zestien actievoerders zien het strafbare van hun handelingen niet in. Zij beroepen zich op het recht van vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht. De rechtbank stelt vast dat de ramen en twee toegangsdeuren van de bank tijdelijk onbruikbaar zijn gemaakt. De rechtbank stelt ook vast dat de schade beperkt is gebleven. Wel is het gedrag van de actievoerders laakbaar te noemen: zij hebben inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de Rabobank, terwijl ze ook op een andere manier hadden kunnen demonstreren bij het hoofdkantoor van de bank. De rechtbank acht het optreden van de overheid en de inbreuk die daarmee gemaakt is op het recht op vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht proportioneel. Dat betekent dat er sprake is van een strafbaar feit – het tijdelijk onbruikbaar maken van ramen en deuren van het pand – en dat de actievoerders strafbaar zijn.


Politieoptreden

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het politieoptreden. Hoewel het gedrag van de actievoerders optreden van de politie rechtvaardigt, had dat optreden ook minder fors gekund. Zo blijkt uit het dossier niet dat de politie de demonstranten eerst gesommeerd heeft om te stoppen met hun demonstratie. Ook heeft de politie niet duidelijk gemaakt waarom zij niet de namen van de verdachten hebben opgeschreven om hen later voor een verhoor uit te nodigen. In plaats daarvan zijn alle verdachten geboeid afgevoerd naar het cellencomplex en daar tot na het weekend vastgehouden. Sommige actievoerders zijn zelfs iets langer vastgehouden dan is toegestaan. Alles afwegende is het oordeel van de rechtbank– mede gelet op de geringe ernst van het strafbare verwijt in combinatie met het vrij forse politieoptreden – dat zestien verdachten schuldig zijn en dat een schuldigverklaring zonder strafoplegging een goede afdoening is van deze zaak. Een zeventiende verdachte is wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.