ZEIST - Zeven jonge mannen die onder andere verdacht worden van een groot aantal delicten in Zeist en omgeving, staan deze week voor de rechter. De zeven maakten deel uit van de zogenoemde Koppelgroep, een criminele jeugdgroep uit Zeist, die zich in 2019 in wisselende samenstelling schuldig zouden hebben gemaakt aan woninginbraken, afpersing, bedreiging, vernieling en heling. Vanochtend, 13 juli, werd de zaak tegen de 21-jarige verdachte uit Zeist behandeld, die een sturende rol had in de criminele organisatie. De officier van justitie eiste niet alleen een celstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk tegen hem, ook moeten de vorderingen van de slachtoffers worden toegewezen.

Tegen deze verdachte waren veertien van de negentien zaken ten laste gelegd. Daarnaast wordt alle zeven verdachten verweten dat zij samen een criminele organisatie vormden. Het onderzoek startte met een aangifte van afpersing waarbij twee van de verdachten in beeld kwamen. Toen deze verdachten werden getapt, kwamen ook de andere verdachten in beeld en werd snel duidelijk dat zij zich ook op grote schaal bezig hielden met woninginbraken. Ook stonden ze op het punt met goederen af te reizen naar Marokko. Dit maakte dat de officier na enkele weken besloot over te gaan tot aanhouding. Hierna werd het onderzoek voortgezet met onder andere de doorzoeking van woningen en het opvragen en uitkijken van camerabeelden.

Niet alle afgeluisterde informatie was te herleiden tot aangiften of specifieke feiten, maar het onderzoek leverde volgens het Openbaar Ministerie voldoende bewijs op voor negentien zaken. In het geval van de 21-jarige verdachte uit Zeist ging het om drie afpersingen in Zeist en Amersfoort, een vernieling bij Happy Dayz in Zeist, heling van fietsen in Den Haag en negen woninginbraken, in Zeist, Odijk en De Bilt. Bij de woninginbraken werden voornamelijk computerapparatuur, televisies, sieraden, geld en kleding gestolen.

Voor een van de woninginbraken was onvoldoende bewijs tegen deze verdachte maar alle overige feiten vond de officier van justitie bewezen. Als strafverzwarende omstandigheden merkte hij aan het grote aantal feiten en de professionele en georganiseerde werkwijze van de groep. Hij benadrukte de gevolgen voor de vele slachtoffers. Hun gevoel van veiligheid is afgenomen, ze hebben schade geleden en zijn geld of goederen kwijt, waarvan sommige onvervangbaar en dierbaar. Uit een verklaring van een van de slachtoffers werd ook duidelijk hoe vergaand de psychische gevolgen van de maandenlange afpersingen zijn geweest. De officier noemde de verdachte “meedogenloos” en “sluw”. Tijdens de zitting gaf de verdachte blijk van medelijden met zichzelf, maar nam geen verantwoordelijkheid voor de enorme schade en ellende die hij heeft veroorzaakt. Alles overwegende eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van vier jaar tegen hem, waarvan één jaar voorwaardelijk en bijzondere voorwaarden, zoals een meldplicht, behandeling, begeleid wonen, contactverboden en meewerken aan dagbesteding.

De zaken tegen de overige zes verdachten, jongemannen in de leeftijd van 19 tot 34 jaar uit Zeist, Utrecht en Bennekom, worden deze week op maandagmiddag, woensdag en donderdag behandeld. Wanneer de rechtbank uitspraak doet, is nog niet bekend.