UTRECHT - Een 20-jarige man uit Utrecht is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een jeugddetentie van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdachte pleegde begin dit jaar, samen met iemand anders, een gewapende overval op een Bruna in Utrecht. Een maand daarvoor sloeg hij samen met anderen al toe bij een Aldi. Ook was hij in het bezit van een veerdrukpistool.


Aldi
De verdachte heeft bekend dat hij de overvallen op de Bruna en Aldi heeft gepleegd. Op 1 december 2019 sprak hij een medewerkster van de Aldi aan. Hij vroeg waar hij de milkshakes kon vinden. Dit deed hij puur om haar af te leiden. Zo konden twee medeverdachten zich verstoppen in het magazijn. Hij had zijn telefoon uitgeleend aan één van hen, met als doel onderling het juiste moment voor de overval te kunnen kortsluiten. Ook leverde de verdachte één van de twee nepvuurwapens waarmee de overval is gepleegd. Tijdens de overval wachtte hij in de auto van zijn broer, die hij had geleend. Toen de medeverdachten weer naar buiten kwamen, zijn ze met z’n drieën naar het huis van de broer van de verdachte gereden. Daar verdeelden ze de buit van ruim € 6.000,-.

Bruna
Een maand later, op 2 januari van dit jaar, was de verdachte opnieuw betrokken bij een gewapende overval. Dit keer op een Bruna. Toen was hij de overvaller die met een bivakmuts op en een (nep)wapen in zijn hand de overval pleegde. Hij bedreigde twee medewerkers van de winkel en dwong hen geld uit de kassa in een rugzak te stoppen. Uiteindelijk vertrok hij met bijna € 2.700,- en vluchtte hij met een medeverdachte die op een scooter stond te wachten. Ondanks dat de verdachte op zitting verklaarde dat hij sterk beïnvloed was door zijn medeverdachte, oordeelt de rechtbank dat de verdachte de grootste rol had in deze overval.

Jeugddetentie
De verdachte was tijdens het plegen van de overvallen 19 jaar oud. De officier van justitie vroeg de rechtbank de verdachte daarom volgens het volwassenenstrafrecht te berechten en eiste een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan de helft voorwaardelijk. De rechtbank gaat hier niet in mee en baseert zich hierbij onder andere op een rapport van de reclassering. Daarin wordt geadviseerd, met het oog op gedragsverandering, het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank volgt dit advies en veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank is in deze zaak van oordeel dat het toepassen van het jeugdstrafrecht van belang is voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. De verdachte moet zich ook verplicht melden bij de reclassering én hij moet zich laten behandelen. Daarnaast bepaalt de rechtbank dat hij ruim € 3.000,- schadevergoeding moet betalen aan de Bruna.