UTRECHT - Een 18-jarige man uit Utrecht en een 19-jarige plaatsgenoot zijn veroordeeld tot een jeugddetentie van respectievelijk 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en 12 maanden. De 19-jarige Utrechter krijgt daarnaast een zogenoemde gedragsbeïnvloedende maatregel opgelegd. De twee pleegden in maart van dit jaar een plofkraak op een juwelier in Utrecht.


Verdachten verdwijnen in stofwolk na explosie

Op vrijdag 5 maart vindt er rond 04:00 uur een explosie plaats bij de gevel van een juwelier aan de Choorstraat in Utrecht. Op camerabeelden van stadstoezicht is te zien dat even daarvoor drie mannen komen aanrijden op een scooter en spullen uit een tas pakken en hoofdlampjes op hun mutsen hebben. Daarna wordt een snoer aangesloten op een accu waardoor een enorme explosie ontstaat. Na die explosie rent het drietal richting de winkel en verdwijnt in de stofwolk. Nog geen minuut later rennen de drie mannen de winkel uit met tassen vol horloges en juwelen, stappen op de scooter en rijden ervandoor. De explosie had een enorme kracht; de burgemeester van Utrecht noemde het gebied rondom de juwelier na de plofkraak een ‘oorlogsgebied’. Het rolluik van de juwelier belandde aan de andere kant van de straat en bij meerdere panden rondom de juwelier sneuvelden ramen. Het explosieve materiaal was bij de voordeur van de juwelier bevestigd, pal naast de meterkast en gasaansluiting. Het was niet ondenkbaar dat er door het gebruikte materiaal voor de ontploffing ook brand zou ontstaan of dat het pand, met appartementen, zou instorten door ernstige constructieve beschadigingen.

Natte sokken

Na de plofkraak en de diefstal kreeg de politie de daders snel in het vizier. Uiteindelijk zijn twee daders in Lunetten aangehouden. Daar zijn twee van de drie daders aangehouden. Op de zitting bekende de nu 18-jarige zijn betrokkenheid bij de plofkraak. Hij verklaarde dat hij geld zou krijgen als hij mee zou doen. De politie vond hem doordat hij zich in eerste instantie in een natte kruipruimte had verstopt. Agenten hoefden later alleen maar het spoor van zijn natte sokken te volgen. De 19-jarige ontkent betrokkenheid bij de plofkraak. Hij zegt dat hij de jongens voorafgaand aan de plofkraak er wel over hoorde praten in een parkeergarage, maar zelf niet meeging. Toen de jongens in paniek terugkwamen heeft hij hun spullen, waaronder een bivakmuts, opgepakt. Zo zou zijn DNA op die bivakmuts terecht zijn gekomen. De rechtbank gelooft dit niet. Een getuige heeft gezien in welke richting de jongens op de vlucht sloegen. Toen agenten daar zijn gaan zoeken vonden ze deze man verstopt onder een tuintafel. Ook bepaalde kenmerken van zijn schoenen komen overeen met één van de personen die op beelden van cameratoezicht is te zien en er zijn in die bivakmutsglassplinters gevonden die gekoppeld kunnen worden aan het gesprongen glas van de juwelier. Daarnaast is hij gezien bij een bouwmarkt waar de snoeren en het tape gekocht is. Bovendien is de buit gevonden naast een auto die op naam van zijn vader staat en hij was bij die auto die avond.

Grote impact op hele stad

Het is onduidelijk wie de derde plofkraker is. Beide verdachten verklaren alleen over zichzelf. De totale schade loopt in de tonnen en het is een wonder dat er niemand zwaargewond raakte, of erger. Naast schade en letsel en angst bij direct betrokkenen hebben dit soort misdrijven een grote impact op bewoners van de hele stad. Beide verdachten zijn veroordeeld volgens het jeugdstrafrecht. De nu 18-jarige jongeman was minderjarig toen hij de plofkraak pleegde. De andere plofkraker was toen net volwassen, maar de rechtbank vindt ook voor hem het jeugdstrafrecht het meest passend, onder andere vanwege het belang van behandeling en begeleiding met een pedagogisch karakter. De rechtbank legt hen beiden – naast de jeugddetentie – ook een locatie- en contactverbod op en ze moeten zich laten behandelen en melden bij de reclassering. De jongste plofkraker is ook veroordeeld voor het bezit van een vuurwapen inclusief munitie. De reclassering adviseerde om hem een jeugddetentie op te leggen die gelijk is aan de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten. Maar dat vindt de rechtbank geen passende straf en legt een hem langere straf op. De verdachte was, zoals dat juridisch heet, geschorst: hij mocht zijn proces thuis afwachten. De rechtbank is van mening dat deze feiten zo ernstig zijn dat hij direct zijn jeugddetentie moet uitzitten. Hij mag dus een eventueel hoger beroep niet thuis afwachten. De 19-jarige Utrechter zit nog vast en moet na zijn detentie ook nog 71 dagen jeugddetentie uitzitten die hij eerder voorwaardelijk opgelegd kreeg voor een vergelijkbaar feit. Daarna begint de gedragsbeïnvloedende maatregel van 12 maanden. Deze maatregel is gericht op heropvoeding .en moet verder afglijden voorkomen.