VEENENDAAL - De rechtbank veroordeelt een 26-jarige man uit Veenendaal tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. Daarbij moet hij een taakstraf van 120 uur uitvoeren. De man maakte zich schuldig aan het plegen van ontucht met een minderjarige die aan zijn zorg was toevertrouwd als medewerker in een gesloten jeugdzorginstelling.

De man werkte als groepsbegeleider in de gesloten jeugdinstelling waar de jongere voor een aantal maanden was geplaatst. Er ontstond een band tussen hen, waarbij zij contact hadden met elkaar via WhatsApp. Dit contact leidde uiteindelijk tot ontuchtige handelingen.

Vertrouwen geschaad
Het slachtoffer was tijdens haar verblijf in de instelling aan de zorg van de man toevertrouwd. Dit brengt volgens de rechtbank een grote verantwoordelijkheid met zich mee, zowel naar het slachtoffer als naar de samenleving. Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat kwetsbare jongeren in goede handen zijn bij de hulpverleners aan wie de zorg voor hen wordt toevertrouwd. De man schaadt dit vertrouwen volgens de rechtbank op ernstige wijze. Ook heeft de man op geen enkele manier laten zien dat hij verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden of heeft nagedacht over de gevolgen daarvan voor het slachtoffer.

Straf
De rechtbank legt in deze zaak geen gevangenisstraf op. Wel legt de rechtbank een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf op. Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de man zich melden bij de reclassering, geldt er een contactverbod met het slachtoffer en wordt de man ambulant behandeld. De officier van justitie verzocht verder om aan de man een beroepsverbod van 2 jaar voor het werken met minderjarigen op te leggen. Dit verbod neemt de rechtbank niet over, omdat de man inmiddels niet meer in de zorgsector werkt en de behandeling bedoeld is om het risico op herhaling te verminderen.