WOERDEN - De rechtbank Midden-Nederland heropent het onderzoek in de strafzaak van zes aanrandingen in Woerden. Een 36-jarige man uit Nieuwerbrug aan den Rijn wordt ervan verdacht in 2017 en 2018 zes vrouwen te hebben aangerand. De rechtbank oordeelt nu dat er aanvullende informatie nodig is om tot een uitspraak te komen en vraagt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aanvullende informatie over het aangetroffen DNA-materiaal.


Beraadslaging
Na de inhoudelijke behandeling op 31 juli bleek dat er onduidelijkheid was over het DNA-onderzoek. In het onderzoek staat dat er een DNA-mengprofiel van minimaal vier personen is gevonden. Bij de berekening van de bewijskracht van dit spoor, is er echter van uit gegaan dat er een DNA-mengprofiel van drie personen is aangetroffen. Het is de rechtbank niet duidelijk waarom er een verschil is tussen het aantal personen waarvan DNA is aangetroffen en het aantal personen waarvan wordt uitgegaan bij de berekening van de bewijskracht van dit spoor. Het is belangrijk om te weten waarom deze aantallen verschillen. De rechtbank vraagt het NFI daarom om een aanvullend rapport waarin het verschil wordt toegelicht en welke eventuele gevolgen dit heeft voor de bewijskracht.

Voorlopige hechtenis
Eerder eiste het Openbaar Ministerie 6 maanden celstraf tegen de verdachte, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Daarnaast had het Openbaar Ministerie de rechtbank verzocht om de verdachte, die niet op zitting verscheen, weer in voorlopige hechtenis te laten plaatsen. Door afwezig te zijn bij de behandeling van zijn eigen zaak, hield de verdachte zich volgens het Openbaar Ministerie niet aan de gestelde voorwaarden. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek moet de rechtbank een afweging maken tussen het persoonlijke belang van verdachte en het maatschappelijk belang. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor het standpunt van het Openbaar Ministerie, wijst de rechtbank het verzoek gelet op alle betrokken belangen af.