UTRECHT - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag een verdachte veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf en terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging voor moord en stalking. Het slachtoffer was een 24-jarige studente verpleegkunde.


Vonnis van de rechtbank

De rechtbank was eerder op 4 juni 2019 tot eenzelfde oordeel gekomen als het hof (ECLI:NL:RBMNE:2019:2469). De verdachte was het niet eens met dit vonnis en heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Veroordeling

De verdachte en het slachtoffer hebben een relatie gehad. Nadat het slachtoffer deze relatie had verbroken, is de verdachte haar blijven lastigvallen. Hij volgde haar, kwam naar haar werk, stuurde haar berichten en drong haar woning binnen. Ondanks gesprekken met de politie bleef hij hiermee doorgaan. Het hof veroordeelt verdachte daarom voor stalking.

Ook op 11 juli 2018 heeft verdachte het slachtoffer opgezocht, eerst bij een feest in Amsterdam en daarna bij haar woning in Utrecht. Hij heeft zich met een mes en een handschoen toegang verschaft tot de binnenplaats achter het huis van het slachtoffer. Daar heeft hij geruime tijd gewacht totdat het slachtoffer alleen was. Daarna heeft hij haar in haar kamer veertig keer gestoken en gesneden, waardoor het slachtoffer overleed. Het hof stelt vast dat de verdachte tijd heeft gehad na te denken over zijn plan om het slachtoffer te doden. Daarom acht het hof voorbedachte raad bewezen en veroordeelt het verdachte voor moord.

De verdachte heeft beweerd dat hij heeft gehandeld uit noodweer. Het hof gelooft verdachte echter niet.

Straf en maatregel

Bij de bepaling van de straf heeft het hof gelet op het leed dat verdachte heeft veroorzaakt en op de mate waarin hij verantwoordelijk is voor zijn gedrag. Ook besteedt het hof aandacht aan wat er nodig is om te voorkomen dat verdachte in de toekomst opnieuw een strafbaar feit pleegt.

Het slachtoffer heeft door de belaging in angst moeten leven en is in doodsangst gestorven. Het leed dat de nabestaanden is aangedaan is immens. Ook de maatschappij is geschokt.

Verdachte kan echter niet helemaal verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daden. Uit het onderzoek van een psychiater en een psycholoog blijkt dat verdachte een persoonlijkheidsstoornis heeft. Die stoornis heeft zijn gedrag mede bepaald. Hij is daarom verminderd toerekeningsvatbaar. Dit leidt tot een lagere straf.

De kans dat verdachte in een nieuwe relatie weer tot geweld komt is groot. Het hof acht het noodzakelijk dat verdachte wordt behandeld. Daarom legt het hof de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging op. De verdachte komt niet vrij voordat de kans op herhaling is verminderd.

Daarnaast legt het hof een gevangenisstraf op van vijftien jaar.

De verdachte moet aan de ouders van het slachtoffer de begrafeniskosten vergoeden.