BUNSCHOTEN - Het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht (de provincie Utrecht) mag de omgevingsvergunningen voor de biogascentrale in Bunschoten intrekken. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland bepaald. Het gevolg van de intrekking van de vergunning is dat het bedrijf alle activiteiten moet stoppen en dus feitelijk moet sluiten.

Ernstig gevaar
In 2017 heeft het bedrijf – dat al bestaat sinds 1912 en momenteel vooral visafval verwerkt tot gas – een aanvraag ingediend voor ingebruikname van een waterzuiveringsinstallatie. Hierop heeft de provincie advies gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob. Uit dat advies bleek dat er een ernstig gevaar bestaat dat de aangevraagde vergunning mede zal worden gebruikt om geld afkomstig van strafbare feiten te investeren, of om strafbare feiten te plegen. Het zou gaan om onder andere belastingontduiking, valsheid in geschrifte, het handelen in strijd met de Meststoffenwet en het dumpen van (gevaarlijk) afval. De provincie heeft zelf ook onderzoek gedaan en uiteindelijk besloten geen vergunning voor de installatie te verlenen. Ook heeft de provincie de huidige omgevingsvergunningen voor de biogascentrale hierom ingetrokken.

Provincie heeft juiste belangenafweging gemaakt
Eind vorig jaar oordeelde de rechtbank dat de provincie de belangenafweging voor het intrekken en weigeren van die vergunningen onvoldoende heeft gemotiveerd. Dat gebrek is inmiddels hersteld. De rechtbank oordeelt dat de belangenafweging nu goed onderbouwd is en dat de provincie het algemeen maatschappelijk belang zwaarder mag laten wegen dan het bedrijfsbelang. Uit de motivering blijkt dat de provincie oog heeft gehad voor de vergaande consequenties van haar besluit. Immers; intrekken van de vergunningen houdt in dat het bedrijf haar activiteiten moet staken. De provincie heeft dit zorgvuldig afgewogen, inclusief de gevolgen voor de werknemers, afnemers en leveranciers van het bedrijf. Dat er nog steeds onvoldoende vertrouwen is in de leiding van het bedrijf, ondanks een recente wijziging, is een inschatting die de provincie mag maken. Bovendien is het bedrijf in 2017 al door de provincie gewaarschuwd en heeft dus ruim de tijd gehad om orde op zaken te stellen.

Bedrijf krijgt tijd om activiteiten stil te leggen

Al met al komt de rechtbank tot de conclusie dat de provincie nu voldoende heeft gemotiveerd waarom de belangen die zijn gediend met het voorkomen van strafbare feiten zwaarder laat wegen dan het belang van (het voortbestaan van) de biogascentrale. Als gevolg van deze uitspraak zou het bedrijf eigenlijk per direct moeten stoppen met haar activiteiten. Volgens het bedrijf hebben ze maanden, zo niet een jaar, de tijd nodig om de biogasinstallatie stil te leggen. Dat dit enige tijd kost ligt voor de hand, de provincie had eerder al aangegeven het bedrijf hiervoor de tijd te willen geven. De rechtbank geeft aan dat de te geven termijn niet bedoeld is voor het volledig ontmantelen van het bedrijf, maar enkel voor het stopzetten van de activiteiten. De rechtbank acht daarvoor een termijn van zes weken redelijk.