AMSTERDAM - In 2015 is een aantal personen in het onderzoek 26Koper – wapenopslag Nieuwegein en voorbereiden van moord – als doelwit in beeld gekomen. Zij werden volgens het OM destijds gewaarschuwd voor een dreiging op hun leven en werden daarmee belangrijke getuigen in het onderzoek 26Koper. Dat werd maandag duidelijk toen het OM in het Marengo-proces zijn zienswijze gaf op de moord op Ranko Scekic.


In het onderzoek 26Koper waren door twee getuigen belastende verklaringen afgelegd over Ridouan T. en diens rechterhand Said R. Het waren de eerste getuigen die hen in verband brachten met moorden die waren en nog zouden worden gepleegd. Uit de verklaringen van kroongetuige Nabil B. en uit PGP-berichten is duidelijk geworden dat de druk hoog was om de getuigen te vermoorden.

Op een warme zomeravond op 22 juni 2016 werd Scekic naar buiten gelokt en in Utrecht op straat neergeschoten. De moord werd gepleegd voor zijn eigen huis, waar hij met zijn vrouw en vier jonge kinderen woonde. Die avond eindigde het leven van dit gezin.

De officieren van justitie in hun requisitoir: “Zijn kinderen moeten verder opgroeien zonder hun vader. Op alle belangrijke momenten die nog gaan komen in hun leven, zoals bij het afzwemmen, bij het halen van een schooldiploma, als ze uit huis gaan of gaan trouwen, zullen zij hun vader missen. Zijn vrouw staat er vanaf die dag in juni alleen voor en leeft verder. Niet alleen met haar eigen verdriet, maar ook met het grote verdriet van haar kinderen.”

Scooter

Bij de politie kwam rond 21.52 uur de melding binnen dat er was geschoten op de Kretadreef. Er waren meerdere schoten gehoord en er lag iemand op de grond onder een wit laken. Zijn hoofd was afgedekt met een jas. Naast het hoofd van het slachtoffer lagen hulzen. De twee daders, volledig in het donker gekleed met een bivakmuts, waren weggereden op een scooter.

Zij hadden het slachtoffer van korte afstand door het hoofd geschoten. Onderzoek door het NFI wees uit dat de gebruikte wapens mogelijk een Glock pistool en een (semi) automatisch machinepistool, waarschijnlijk een R9-Arms, waren geweest.

Het OM haalde op de zesde dag van het requisitoir opnieuw de verklaringen van kroongetuige B. aan, die bekennende verklaringen heeft afgelegd over zijn betrokkenheid bij de moord. Hij had op verschillende momenten de woning van Scekic geobserveerd en als spotter de bewegingen van andere beoogde slachtoffers doorgegeven. Hij regelde ook een safehouse voor de schutters en testte met Said R. de wapens die bestemd waren voor de moord. Na de moord sleep hij de gebruikte wapens in stukken en gooide deze in het water.

Gevaar

Nabil B. had T. aangewezen als opdrachtgever voor de moorden op de 26Koper getuigen. In drie gevallen is het bij voorbereidingen gebleven. Alleen Ranko Scekic is ook daadwerkelijk om het leven gebracht. T. beschouwde de getuigen als verraders die een gevaar vormden voor hem en zijn organisatie. Hij was bezig om hun verblijfplaatsen te achterhalen en regelde wapens, munitie en de auto’s voor de moorden, aldus het OM.

B. had ook berichten van T. doorgestuurd gekregen over de moorden. Dat ze van T. afkomstig waren zag de kroongetuige aan de gebruikte bijnamen, schrijfstijl en inhoud van de berichten. PGP-berichten van T. zelf, maar ook die van zijn medeverdachten, bevestigen dat T. de opdrachtgever was van de geplande moorden. De inhoud van deze berichten vormt volgens de officieren van justitie een belangrijk bewijsmiddel. “De inhoud van de berichten sluit (op de meeste punten) naadloos aan op de verklaringen van B.”

Bovendien was de kroongetuige bij het afleggen van zijn kluisverklaringen nog niet op de hoogte van de ondersteunende PGP-berichten. Deze berichten waren nog niet verspreid en sommige – van PGP Safe - waren zelf nog niet in beslag genomen.

T. heeft de ontwikkelingen in het onderzoek 26Koper op de voet gevolgd. Hij was in het bezit van het dossier en deelde dat binnen de criminele organisatie, aldus het OM. “T. heeft zich laten informeren over welke getuigen door de rechter-commissaris gehoord zouden worden. Vervolgens heeft hij door intimidatie de getuigen bewogen hun verklaringen aan te passen of in te trekken.” Overigens, zelf als de getuigen hun verklaringen zouden intrekken, zouden ze alsnog worden vermoord.