UTRECHT - Het Openbaar Ministerie (OM) eist vijf jaar gevangenisstraf tegen een 22-jarige man uit Vleuten. De man wordt op 15 mei 2024 aangehouden op verdenking van deelname aan een terroristische organisatie en het voorbereiden van een terroristisch misdrijf. Kort na zijn aanhouding komt daar nog een verdenking bij. Volgens het OM is de man ook verantwoordelijk voor het vernielen van 117 graven op de Utrechtse begraafplaats Daelwijck in de nacht van 4 op 5 mei en op 11 mei 2024.
De verdachte komt eind 2023 in beeld nadat zijn familie op het laatste moment weet te voorkomen dat hij en een medeverdachte uitreizen naar Somalië, waar Islamitische Staat (IS) actief is. De familie klopt bij de gemeente aan voor hulp. Omdat uitreizen naar IS-gebied om je aan te sluiten bij de strijd strafbaar is, start het OM een strafrechtelijk onderzoek. Mede door de betrokkenheid van de ouders van de verdachte, kiest het OM er in eerste instantie voor om de verdachte op te laten nemen in een hulpverleningstraject gericht op de-radicalisering.
Sterven als martelaar
Ondanks dat de verdachte de indruk wekt tot nieuwe inzichten te zijn gekomen, blijkt al snel dat hij zijn radicalisering doorzet. Nadat de AIVD een ambtsbericht over de verdachte heeft verstuurd aan het OM, toont onderzoek door de politie aan dat de verdachte contact blijft zoeken met gelijkgestemden. Zo spreekt hij in chatberichten over het sterven als martelaar en het “onthoofden van alle zionisten”. Daarnaast probeert hij een 16-jarige jongen via sociale media over te halen om uit te reizen, op kosten van de verdachte. Ook spreekt hij over het regelen van wapens uit Duitsland en het plegen van een aanslag in Europa, waarbij meer dan dertig doden vallen. De gesprekken gaan door tot aan de dag van zijn aanhouding.
Spoor van vernieling
Terwijl de verdachte in voorarrest zit, wordt zijn telefoon doorzocht. Daar treft de politie filmpjes aan waarop de verdachte meerdere graven vernielt. Al snel blijkt het om begraafplaats Daelwijck in Utrecht te gaan. Van de vernielde graven zijn vooral bijbehorende foto’s van overledenen hardhandig aangepakt. Ook kruizen en beeldjes worden vernietigd. Een handeling die volgens een Midden-Oostendeskundige van de politie goed past bij de propaganda van IS. Dat de verdachte degene is die de graven op die filmpjes heeft vernield, blijkt uit het feit dat de vernieler dezelfde schoenen heeft als verdachte.
Uiteindelijk bekent de verdachte zo’n twintig graven te hebben vernield. Volgens het OM is de verdachte verantwoordelijk voor het vernielen van 117 graven. Dit zou onder andere blijken uit de periode dat de auto van de verdachte bij de begraafplaats staat geparkeerd op het tijdstip van de vernieling. Ook de plattegrond van de begraafplaats en de filmpjes van de vernielde graven spelen hierbij een rol. Aan de hand van de filmpjes kan het spoor van vernieling worden vastgelegd. Hoewel niet alle vernielde graven zijn gefilmd is zeer aannemelijk dat de verdachte, die op dat moment als enige op de begraafplaats aanwezig was, tussen het filmen door ook de andere graven heeft aangetast.
Zwijgrecht
Hoewel de verdachte in eerste instantie zwijgt, geeft hij later aan dat hij enkel alles in werking heeft gezet om zijn vader en de politie te helpen om ronselaars te pakken. Opvallend daarbij is dat de verdachte zich beroept op zijn zwijgrecht als de politie daarop doorvraagt. Ondanks dat de verdachte aangeeft dat hij slechts wilde helpen, levert hij daarnaast geen bruikbare informatie en weigert hij de politie toegang te geven tot zijn mobiel.
“Meest ingrijpend”
Bij het bepalen van de strafeis wordt rekening gehouden met de ernst van de feiten. Volgens de officier van justitie zijn terroristische misdrijven van de ernstigste soort en enkel bedoeld om staatstructuren te vernietigen en angst aan te jagen. “Verdachte heeft hier aan bijgedragen, niet alleen door zelf informatie te verzamelen en proberen uit te reizen, maar ook door anderen te beïnvloeden en aan te moedigen”, stelt de officier. Ook over het vernielen van de graven is de officier helder. “De vernieling van zoveel graven, met zo’n bizar en voor nabestaanden onbegrijpelijk en indringend motief, dat is de meest ingrijpende vernieling die ik uit strafzaken ken.”
Tegen de 22-jarige verdachte eist het OM daarom een gevangenisstraf van vijf jaar. Ook eist het OM de oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Op die manier kan de rechtbank na afloop van de uitgezeten gevangenisstraf de nodige interventies alsnog opleggen. Tot slot krijgt de verdachte, als het aan het OM ligt, een locatieverbod voor maximaal vijf jaar voor begraafplaats Daelwijck in Utrecht.