DEN HAAG - Tegen vijf verdachten van deelname aan een criminele organisatie in langdurige grootschalige drugsinvoer en witwassen, heeft het Landelijk Parket vandaag in de rechtbank Amsterdam gevangenisstraffen van 4 en 8 jaar geëist. Het gaat om mannen met leeftijden tussen 22 en 42 jaar en afkomstig uit Alphen aan den Rijn, Den Haag, Leidschendam, Rotterdam en Vleuten. “Verdachten zijn in morele zin medeverantwoordelijk voor drugsgeweld en alle uitwassen daarvan (zoals corruptie)”, oordeelt het Landelijk Parket.

Strafeisen

“Op het oog een stel keurige heren en, op één na, allen vaders. Maar in werkelijkheid gaat het hier om geslepen verdachten die talloze vennootschappen hebben opgericht en bankrekeningen hebben geopend. Te allen tijde hebben zij vanuit veilige kantoortjes op afstand geopereerd, om uit beeld bij de politie te blijven.” Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) eiste daarom tegen verdachten R.H. en D.v.R. 4 jaar gevangenisstraf. Verdachten A.H., R-J. P. en T.B. hoorden 8 jaar cel tegen zich eisen. Tegen twee verdachten is bovendien valsheid in geschrift ten laste gelegd. In de zaken tegen alle verdachten heeft het OM reeds eerder een vordering ontneming wederrechtelijk voordeel aangekondigd.

Start onderzoek

Strafrechtelijk onderzoek CoalCity is op 22 oktober 2018 gestart. Dat gebeurde naar aanleiding van een aangifte van de ING-bank ter zake witwassen.

De zaaksofficieren noemden ter zitting de hoeveelheid data die geanalyseerd is door de Landelijke Eenheid/Dienst Landelijke Recherche van de politie “overweldigend”.

Logistieke drugsketen in eigen beheer

In het onderzoek zijn tientallen dekmantel bedrijven in beeld gekomen. Die werden door de verdachten gebruikt om drugshandel en witwassen te faciliteren en verhullen. Het OM vermoedt dat in totaal zeker ruim 4.500.000 contant is gestort op de bankrekeningen van de dekmantelbedrijven, die in beeld zijn gekomen in het onderzoek.

De werkwijze van de verdachten was erop gericht de logistieke keten van de drugsinvoer zoveel mogelijk in eigen beheer te houden. Het gaat dan om het transport van drugs van de bronlanden naar de havens van Antwerpen of Rotterdam. In de regel zetten de verdachten een transportlijn (‘drugslijn’) op. Een Nederlands bedrijf bestelde bijvoorbeeld een transport met bananen waar de verdovende middelen van derden dan op konden meeliften. Het eigenlijke doel was echter niet om die bananen vervolgens in Europa met winst te verkopen, maar om een partij verdovende middelen bij die bananen in de container te stoppen. Zo kon die partij ongezien Europa worden binnen gesmokkeld. De bananen fungeerden louter als deklading. Dat het fruit doorgaans met verlies verkocht werd, was irrelevant voor de verdachten.

Deze werkwijze van verdachten verschilt van een andere veelvoorkomende werkwijze waarbij de drugs in de containers worden verstopt van onwetende reguliere fruitimporteurs. De werkwijze van de verdachten in CoalCity heeft volgens het OM als voordeel dat men gaande het hele transport goed zicht kon houden op de container met drugs. Ook het met een vrachtwagen ophalen van die container uit de haven had men beter onder controle. Volgens het Landelijk Parket hebben de verdachten er bewust voor gekozen om op afstand van de honderden kilo’s cocaïne, heroïne en hennep te blijven. Ze wilden niet met de vingers in het poeder worden aangetroffen.

De verdachten konden vele jaren hun gang gaan, totdat daar met hun aanhouding op 29 september 2020 een eind aan kwam.

Administratie, PGP-telefoons en valse containerzegels

Bij de doorzoeking van een door de verdachten gebruikt kantoor in Den Haag zijn ordners met administratie van bedrijven gevonden die betrokken zijn bij onderschepte partijen verdovende middelen. Ook is er op gegevensdragers administratie van katvanger bedrijven aangetroffen. Er is bovendien beslag gelegd op een kostbare laserprintmachine en een verhuisdoos vol bijbehorende ‘blanco’ zegels waarmee valse containerzegels gemaakt kunnen worden. Daarnaast zijn PGP telefoons, laptops en een GPS tracker in beslag genomen evenals jammers (apparatuur waarmee telecom verkeer verstoord kan worden). Het OM wenst dat deze goederen aan het verkeer worden onttrokken.

Pleidooien en uitspraak

De zaak wordt vervolgd met de pleidooien van de verdediging. De uitspraak is gepland op vrijdag 8 juli om 10.00 uur.