BREUKELEN - Het Openbaar Ministerie (OM) eist celstraffen tot zestien jaar tegen vijf jonge mannen die verdacht worden van betrokkenheid bij een brute roofoverval. Bij de woningoverval op 20 januari 2022 kwam een 67-jarige man uit Breukelen om het leven.


De vijf jonge mannen van 20 tot 21 jaar oud uit Rotterdam, Bunnik, Utrecht en Maarssen zijn, volgens het OM, in wisselende samenstelling minimaal twee keer naar de woning in Breukelen gekomen. Het doel was een groot contant geldbedrag te stelen, maar in de nacht van 19 op 20 januari gaan de overvallers de confrontatie aan met de bewoner van het huis en loopt het volledig uit de hand. Bij de geweldsexplosie die volgt, komt het slachtoffer om het leven.

Gekwalificeerde doodslag

In de visie van het OM zijn twee van de mannen schuldig aan gekwalificeerde doodslag. De twee verdachten uit Rotterdam en Bunnik zouden het slachtoffer om het leven hebben gebracht door hem vele malen te slaan met onder andere een hamer en een breekijzer.

“Het lichaam van het slachtoffer vertelt ons wat verdachten hem hebben aangedaan en dat is gruwelijk en het was totaal onnodig”, legt de officier van justitie uit. “De meedogenloze hebzucht en die gier naar dat grote geldbedrag zijn de redenen dat zij niet zijn gevlucht.”

“De doodslag was bedoeld om de dan gaande zijnde overval te vergemakkelijken, dan wel de ontsnapping daarvan mogelijk te maken”, aldus de officier. Daarmee is in de visie van het OM sprake van gekwalificeerde doodslag.

Medeverdachten bedreigd

Ook het medeplegen van een poging diefstal met geweld met de dood tot gevolg en het medeplegen van een poging woninginbraak acht het OM wat betreft deze twee verdachten bewezen. Daarnaast hebben de mannen hun medeverdachten bedreigd met de dood. Dit zouden de zij hebben gedaan om te zorgen dat de medeplegers hun mond zouden houden en niemand gepakt werd voor de fatale roofoverval.

Het bewijs tegen de verdachten bestaat onder andere uit verklaringen, geluidsopnames, camerabeelden, chatgesprekken en bloed- en DNA-sporen. Bij het bepalen van de eis heeft het OM gekeken naar de ernst van de feiten, de rol van de verdachten daarin, naar het strafblad en naar de overige persoonlijke omstandigheden. Strafverzwarend is de mateloosheid en de lange duur van het geweld en het feit dat verdachten weigeren eigen verantwoordelijkheid te nemen.

Alles meewegende eist het OM tegen de mannen uit Rotterdam en Bunnik zestien jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Niet ingegrepen

Een derde verdachte, een man uit Utrecht, is volgens het OM schuldig aan het medeplegen van een poging diefstal met geweld, met zwaar lichamelijk letsel en de dood tot gevolg. “Hoewel hij zelf geen fatale letsels heeft toegebracht wist hij wel degelijk wat er gaande was”, licht de officier van justitie toe. “Het voltrok zich voor zijn ogen en hij heeft niet ingegrepen toen de situatie volledig uit de hand liep, maar heeft op enig moment meegedaan, in een nauwe en bewuste samenwerking met de rest.”

Een vierde verdachte, eveneens uit Utrecht, bleef bij de auto. Daarmee is hij in de visie van het OM medeplichtige aan een poging diefstal met geweld. Volgens de officier van justitie wist ook hij dondersgoed wat er ging gebeuren, omdat dit vooraf in de auto uitgebreid werd besproken. “De verdachte heeft gezien zijn betrokkenheid bij de overval bewust de aanmerkelijke kans op geweld aanvaard.”

Supermarkt bestolen

Bij de eis tegen de twee Utrechtse mannen wordt ook een eerder opzichzelfstaand incident meegenomen. De twee zouden bij een supermarkt in Zeist geld hebben verduisterd door een overval na te bootsen, terwijl één van hen op dat moment achter de kassa zat. Daarbij maakten de verdachten op 5 juni 2021 meer dan 1300 euro buit, eerdere pogingen om dit te doen mislukten.

Ook tegen de twee Utrechtse verdachten eist het OM een gevangenisstraf. De eis voor alle, volgens het OM, bewezen feiten samen is zeven jaar onvoorwaardelijke celstraf voor de ene verdachte en dertig maanden celstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk voor de andere.

De vijfde verdachte, uit Maarssen, was volgens het OM niet aanwezig tijdens de fatale overval in Breukelen, maar wel tijdens een eerdere poging op 18 januari 2022. Daarom kan hij volgens de officier van justitie veroordeeld worden voor het medeplegen van een poging woninginbraak. Tegen hem eist het OM negen maanden celstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk.

De uitspraak door de rechter staat gepland op 13 december 2022.