TULL EN HET WAAL - Twee mannen en een vrouw uit Tull en ’t Waal zijn vandaag veroordeeld door de politierechter. Zij werden er door het Openbaar Ministerie (OM) van verdacht ernstig geweld te hebben gebruikt tegen drie politieagenten. “Een agent, maar bovenal een mens, heeft die dag doodsangsten uitgestaan”, aldus de officier van justitie.

De politierechter vindt de strafbare feiten bewezen en veroordeelt de verdachten tot taakstraffen tot 240 uur. De 24-jarige verdachte krijgt daarnaast een voorwaardelijke celstraf opgelegd.

Koningsdag

Het is de avond van 26 april 2025 wanneer de politie een melding binnenkrijgt over een vechtpartij op een evenement in Tull en ’t Waal. Als de politie op het terrein aankomt, gaan de agenten in gesprek met de 51-jarige verdachte. Hij zou betrokken zijn geweest bij de eerdere vechtpartij. De verdachte probeert weg te lopen, maar de agenten houden hem tegen.

Op dat moment slaat de situatie om in geweld. Een van de agenten wordt door de 24-jarige verdachte van achteren in een wurggreep gehouden, terwijl een andere agent wordt geslagen door de 51-jarige verdachte. De agent zet een taser in, maar dit houdt de verdachte niet tegen. Na de worsteling weet de politie beide verdachten, ondanks hun gewelddadige verzet, aan te houden. “Als klap op de vuurpijl slaat de 23-jarige vrouwelijke verdachte een agent onverhoeds tegen het achterhoofd.”

“Van de politie blijf je af”

Er is volgens het OM veel bewijs tegen de verdachten. Dat bewijs bestaat onder andere uit getuigenverklaringen, camerabeelden en de verklaringen van de verdachten. Het gaat om een ernstige zaak. De afgelopen jaren neemt agressie tegen hulpverleners toe. De officier van justitie benadrukt daarom hoe ernstig deze zaak is: “Van de politie blijf je af. Als jij moet worden gereanimeerd, wie zijn er dan als eerste? Als er een inbraak is geweest, wie gaat dat dan voor je oplossen? Zij werken voor de samenleving, en dat moeten wij respecteren.”, aldus de officier van justitie.

Straffen

Bij het bepalen van de strafeis kijkt het OM ook naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachten. Tegen de 24-jarige verdachte eiste het OM een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Hij kreeg van de politierechter 240 uur taakstraf en een voorwaardelijk celstraf van twee maanden opgelegd. Tegen de 51-jarige verdachte werd drie maanden cel geëist, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Hij werd veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur. Tot slot is tegen de 23-jarige verdachte een taakstraf van 100 uur geëist. De politierechter legde haar een taakstraf op van 30 uur.

De politierechter heeft benadrukt dat het gedrag van de verdachten absurd was en een enorme impact heeft gehad op de politie. Bij het bepalen van de straf heeft de politierechter onder andere rekening gehouden met het feit dat de verdachten tijdens de zitting spijt hebben betuigd en dat de kans op herhaling klein is.