DE MEERN - Het Openbaar Ministerie heeft vandaag een gevangenisstraf van vijftien jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen een 38-jarige man uit De Meern. Hij wordt ervan verdacht zijn ex-vriendin met voorbedachte rade om het leven te hebben gebracht.


In de avond van 13 juni 2020 komt de verdachte langs bij zijn 30-jarige ex-vriendin in De Meern. Enkele weken hiervoor is hun relatie verbroken en is de verdachte verhuisd uit hun gezamenlijke woning. Iets na half twaalf horen buren schoten en gegil. De politie komt ter plaatse, praat de verdachte naar buiten en houdt hem vervolgens aan. In de woning wordt het levenloze lichaam van de vrouw aangetroffen.

Onderzoek bevestigt dat het slachtoffer is doodgeschoten. Dat de verdachte hiervoor verantwoordelijk is, blijkt uit zijn eigen bekennende verklaringen, getuigenverklaringen en uit het sporenonderzoek.

Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de toedracht van de fatale schietpartij. Dat de verdachte een vooropgezet plan had om zijn ex-vriendin om het leven te brengen blijkt in de visie van het Openbaar Ministerie onder meer uit het feit dat hij een geladen vuurwapen mee bracht, een waarschijnlijk nieuw aangeschaft legeroutfit had aangedaan en tegen getuigen heeft verklaard die avond ‘te gaan jagen’. Ook blijkt uit een geluidopname van de hele avond, die geregistreerd is op de telefoon van het slachtoffer, dat er geen plotselinge ‘trigger’ is geweest waardoor verdachte door het lint is gegaan. Als het slachtoffer na enkele uren praten aan geeft dat ze het gesprek wil beëindigen en opstaat, is te horen dat verdachte direct het wapen doorlaadt en de fatale schoten lost. Hij begint dan met het verplaatsen van het lichaam, met het wissen van bloedsporen en het opruimen van kogelhulzen.

Het motief voor het misdrijf is niet geheel duidelijk geworden. Enerzijds heeft de verdachte verklaard dat hij ‘op straat is gezet’ en ook een einde aan zijn eigen leven wilde maken. Maar tegelijkertijd heeft hij ook verklaard dat hij druk en succesvol bezig was zijn leven voort te zetten. Zo had hij een nieuwe vriendin en zicht op een nieuwe woning. Ook na zijn aanhouding is hij in detentie meteen weer bezig met zijn nieuwe toekomst. Op de vraag van zijn nieuwe vriendin waarom hij de daad heeft gepleegd antwoordt hij dat hij anders niet van haar was losgekomen.

Met zijn daad beroofde de verdachte een jonge vrouw van het leven. Haar familie en vrienden moeten haar voor altijd missen. “Egoïstischer kan een daad niet zijn. Verdachte heeft alleen maar aan zichzelf gedacht. Hij heeft niet aan zijn ex-vriendin gedacht en ook niet aan de mensen om haar heen”, aldus de officier van justitie. Dat de verdachte geen spijt of berouw heeft getoond, is strafverzwarend meegewogen bij het bepalen van de strafeis.

Onderzoek in het Pieter Baancentrum heeft duidelijke gemaakt dat de verdachte diverse psychische stoornissen heeft en daardoor verminderd toerekeningsvatbaar is. De kans op herhaling wordt ingeschat als matig tot hoog. Het Openbaar Ministerie vindt het daarom nodig dat de verdachte ook behandeld wordt.

Alles afwegende is een lange gevangenisstraf van vijftien jaar en de oplegging van tbs met dwangverpleging in de visie van het Openbaar Ministerie een passende strafeis. De rechtbank is verzocht de verdachte ook te verplichten de nabestaande een vergoeding van ruim 200 duizend euro te betalen voor materiële en immateriële schade.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.