AMERSFOORT - Het Openbaar Ministerie mag het strafdossier van de vrouw die verdacht wordt van grafschennis op een begraafplaats in Amersfoort in 2021 vooralsnog alleen verstrekken aan de nabestaanden van één overledene die daar begraven is. Dat volgt uit een vonnis van de rechtbank Den Haag in een kort geding dat de vrouw tegen het Openbaar Ministerie (OM) heeft aangespannen. De kortgedingrechter verbiedt het OM het strafdossier te verstrekken aan anderen (circa 50 nabestaanden) die ook aangifte hebben gedaan wegens grafschennis.


Onderzoek op begraafplaats

Tijdens een onderzoek naar het bestaan van “energieën en/of entiteiten” heeft de vrouw in september 2021 samen met vijf andere personen met toestemming van de directeur over de begraafplaats Rusthof in Amersfoort gelopen. Volgens de vrouw zijn op twee graven lichtgevende balletjes gelegd. Of onderzoek is gedaan op of nabij meer graven is nog niet duidelijk. Informatie over de gebeurtenissen op 11 september 2021 is terecht gekomen bij de media en er zijn diverse publicaties over verschenen. De zaak heeft tot maatschappelijke onrust geleid en de Nationale ombudsman heeft onderzoek gedaan. Er zijn enkele aangiftes gedaan door ouders van overleden kinderen die op het kinderhofje liggen begraven en er ligt een collectieve aangifte namens vijftig nabestaanden van personen die op de begraafplaats begraven liggen. Het OM is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Dit onderzoek is nog niet afgerond. De vrouw is momenteel de enige verdachte in dit onderzoek.

Inbreuk levenssfeer

Het OM wil het strafdossier van de vrouw verstrekken aan de mensen die aangifte hebben gedaan. In dit kort geding eist zij dat haar strafdossier alleen kan worden verstrekt aan de nabestaanden van de overledene in één van de twee graven die ze heeft bezocht bij haar onderzoek (de nabestaanden van de overledene in het andere graf hebben geen aangifte gedaan). Volgens de vrouw gaat het te ver om iedereen die aangifte heeft gedaan als slachtoffer aan te merken: daarmee wordt het slachtofferbegrip veel te ver opgerekt, omdat dan nabestaanden van alle overledenen die hun laatste rustplaats hebben gevonden op Rusthof als slachtoffer kunnen worden beschouwd.

Het strafdossier bevat informatie die tot de vrouw terug te voeren is, zodat verspreiding van het dossier op grote schaal een onaanvaardbare inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer maakt, aldus de vrouw.

Oordeel rechtbank

In ieder geval op of nabij twee graven zijn handelingen door de vrouw verricht, stelt de rechter vast. Over wat het onderzoek van de vrouw verder behelsde bestaat onduidelijkheid. Naar het oordeel van de rechter kan het OM op dit moment niet alle mensen die aangifte hebben gedaan als slachtoffer (in de zin van de wet) aanmerken. Een slachtoffer, dat recht heeft op inzage of afschrift van een strafdossier, moet als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit schade of nadeel hebben ondervonden. De nabestaanden van de overledenen van de twee graven waar de vrouw specifiek onderzoek heeft gedaan kunnen als slachtoffer door het OM worden aangemerkt. Nabestaanden van overledenen die elders op de begraafplaats hun graf hebben kunnen op dit moment niet als slechtoffer worden gezien.

De voorzieningenrechter verbiedt het OM het strafdossier aan deze laatste (grote groep) nabestaanden te verstrekken. Het verbod geldt zolang niet nadere feiten en omstandigheden tot een andere beoordeling door het OM aanleiding geven. Het oordeel van de rechter is gebaseerd op de op dit moment beschikbare informatie nu het strafrechtelijk onderzoek nog niet is afgerond.