UTRECHT - In het najaar van 2023 stuitten twee detectorzoekers in een weiland in de gemeente Bunnik op honderden gouden en zilveren munten uit de Romeinse tijd, het is zonder overdrijving de vondst van hun leven. De munten zijn afkomstig van Romeinse soldaten die waren teruggekeerd van een veroveringstocht in Britannia, het huidige Groot-Brittannië. In totaal zijn er 404 zilveren en gouden munten gevonden uit het begin van de jaartelling. De vondst is daarmee de grootste Romeinse muntschat ooit die in de provincie Utrecht is aangetroffen. Door deze vondst kan er voor het eerst een relatie worden gelegd met een belangrijk hoofdstuk van de wereldgeschiedenis, namelijk de verovering van Britannia door de Romeinen.
Gedeputeerde Erfgoed Rob van Muilekom: ”Ik ben ontzettend trots op onze Limes als Werelderfgoed gebied in onze provincie. En dat deze vondst daarin is gedaan, maakt het nog meer speciaal. Het toont aan dat de Romeinen hier gewoond en geleefd hebben en het bevestigt een stukje bijzondere geschiedenis.”
Wat de vondst uniek maakt is de combinatie van Romeinse en inheemse ‘Britse’ munten. Op het Europese vasteland is nooit eerder zo’n Romeins-Britse muntvondst gedaan. Waarschijnlijk zijn de munten na de eerste veroveringen door Romeinse soldaten vanuit Britannia mee teruggenomen naar Bunnik: de Romeinse exemplaren als soldij en de Britse als krijgsbuit. De ‘jongste’ Romeinse exemplaren zijn geslagen in de jaren 46-47, ten tijde van keizer Claudius. In die periode staken Romeinse legertroepen de Noordzee over om Britannia te veroveren. 44 munten zijn ‘Brits’ en tonen de naam van koning Cunobelinus.
Wethouder Hilde de Groot van gemeente Bunnik: "Deze unieke vondst benadrukt het grote historische belang van onze gemeente binnen het Romeinse Rijk. De combinatie van Romeinse en Britse munten toont aan hoe diepgeworteld onze regio was in de geschiedenis van Europa, zelfs tijdens de verovering van Britannia. Het is bijzonder dat juist hier, in Bunnik, een hoofdstuk van de wereldgeschiedenis letterlijk aan het licht is gekomen."
Historische context en interpretaties
De muntvondst laat het belang zien van het gebied van de Neder-Germaanse limes voor de Romeinse invasies van Britannia. Vanuit hier werd niet alleen de eerste oversteek in 43 voorbereid, maar kennelijk keerden Romeinse troepen ook via de limes terug naar het Europese vasteland, waarbij allerlei zaken mee terug werden genomen, zoals (Britse) munten.
Munten tentoongesteld
De munten zijn ontdekt met een metaaldetector door Gert-Jan Messelaar en Reinier Koelink. Na de formele melding van de vondst bij het Utrechtse Meldpunt Archeologie zijn de munten onderzocht en schoongemaakt. De vondst maakt het beeld van een belangrijke periode uit de Utrechtse geschiedenis completer en kleurt zo een belangrijk onderdeel van het verhaal van Utrecht in. Uiteindelijk is een groot deel van de munten aangekocht door het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De munten zijn daarmee toegevoegd aan de Rijkscollectie archeologie en beschikbaar voor onderzoek. Ze zijn te zien op de afdeling ‘Nederland in de Romeinse tijd’.
Unesco Werelderfgoed
Dwars door het huidige Nederland, langs de Rijn, liep tweeduizend jaar geleden de noordelijke grens van het immense Romeinse Rijk: de Neder-Germaanse Limes. Om deze te bewaken, bouwden de Romeinen langs de rivier wachttorens, wegen, waterwerken en legerkampen. In deze oude grensstreek zijn veel overblijfselen in de grond bewaard gebleven, waarmee de Limes het grootste archeologische monument van Nederland is. Dit monument heeft sinds 2021 de status van Unesco Werelderfgoed.