Nog een maand
Over ongeveer een maand is het zo ver: dan vertrekt Team Nederland Roller Derby naar Innsbruck, Oostenrijk om deel te nemen aan de vierde Roller Derby World Cup die van 3 tot 6 juli 2025 in Innsbruck plaatsvindt. Voor vele spelers is het aankomende WK de kers op de taart van jarenlang trainen én dromen. Aan het eerste WK sinds 2018 doen in totaal 49 teams mee. Ter voorbereiding speelt Team Nederland op 14 juni in Utrecht een laatste oefenwedstrijd voor publiek, Team Nederland (in oranje) tegen Team Nederland (in blauw). De opbrengst van de tickets en de verkoop van merchandise gaat naar het team. Het evenement maakt deel uit van een zogenaamde 'triple header', een dag met drie wedstrijden, georganiseerd door de Utrechtse club Dom City Roller Derby. De eerste wedstrijd begint om 12.00 uur, Team Nederland speelt om 17.05.
Over Roller Derby
Bij roller derby kan één skater per team punten scoren door tegenstanders te passeren. Andere spelers proberen hun eigen puntenscoorder te helpen en tegelijkertijd die van de tegenpartij tegen te werken. Het spel wordt gespeeld met twee teams van maximaal 15 skaters op een ovale baan, plat op de vloer. Lichamelijk contact, snelheid, kracht en strategie vormen de kern van het spel. Roller derby bestaat sinds 2009 in Nederland en wordt op dit moment bij 12 Nederlandse clubs beoefend.
Doe-het-zelfethos
Omdat roller derby een amateursport is die draait op vrijwilligers, is het team zelf verantwoordelijk voor het bekostigen van hun deelname aan het WK. De overnachting alleen kost al €10.000,-. Daarom zijn de skaters naast hun trainingen ook bezig met het maken en verkopen van merchandise, het organiseren van inzamelacties en het werven van sponsoren. Inmiddels is er al meer dan €5000,- verdiend. De skaters hopen dat nog te verdubbelen.
Team Nederland Roller Derby
Het Nederlandse team werd in 2023 heropgestart ter voorbereiding van het aankomende WK. Het team telt 20 skaters en 6 reserves, variërend van 28 tot 52 jaar, afkomstig van 10 verschillende Nederlandse clubs. Ter voorbereiding werd er maandelijks hard getraind en speelde het team oefeninterlands tegen België, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Denemarken en Zwitserland.