GOUDA - Op 11 juli a.s., is het dertig jaar geleden dat de Bosnische stad Srebrenica werd ingenomen door Bosnisch-Servische troepen met als gevolg de deportatie en genocide van meer dan achtduizend moslimjongens en mannen.

Srebrenica is daarmee een niet alleen een blijvend litteken voor velen, maar ook een onlosmakelijk deel van onze geschiedenis geworden. Een uitermate traumatische gebeurtenis, op de eerste plaats natuurlijk voor de Bosnische overlevenden en nabestaanden, maar ook voor de Dutchbatters die er getuige van waren en voor de rest van hun leven getekend zijn. En soms zwaar getraumatiseerd.

Maar ook al voor 11 juli 1995 was de situatie voor de bewoners van Srebrenica dramatisch, met ernstig gebrek aan eten, kleding en brandstof in de winter en permanente dreiging.

In zijn (misdaad-)roman 'Wanneer het nacht is en je vreest' heeft Jacques van den Berg deze gebeurtenissen en de littekens die ze hebben achtergelaten, een gezicht willen geven.

'Wanneer het nacht is en je vreest' handelt over een Bosnische jongen die begin jaren negentig op achtjarige leeftijd ernstig getraumatiseerd raakt door wat hij in Srebrenica meemaakt. En het laat zien waartoe een latent trauma kan leiden als het zich op latere leeftijd weer manifesteert (zoals bij deze jongen naar aanleiding van een gebeurtenis in het Leids Universitair Medisch Centrum).

Een verbinding met het heden is er ook: als je de parallel doortrekt naar de huidige generatie kinderen in Gaza, staat er nog heel wat te gebeuren...

Jacques van den Berg werkte in de jaren negentig onder meer als wetenschapsvoorlichter bij de Erasmus Universiteit en als senior communicatieadviseur bij de Landmachtstaf.