Mensen die fietsen naar werk zijn over het algemeen gezonder, gelukkiger én productiever. Steeds meer werkgevers moedigen dit aan door middel van een kilometervergoeding voor fietsers. Uit onderzoek van Nationale Vacaturebank, gebaseerd op data van onder andere het RIVM en IenW, blijkt dat fietsen steeds vaker financieel wordt beloond. Zo biedt 33% van de CAO’s al een vergoeding voor minder dan 5 kilometer fietsen. Dat zijn er 15% meer dan 5 jaar geleden.
De waardering voor de fiets is ook lokaal merkbaar: in veel gemeenten fietsen inwoners naar hun werk, met gemeente Utrecht als koploper in de provincie.
“Het stimuleren van fietsen is een win-win”, zegt Sharita Boon, directeur bij Nationale Vacaturebank. “Werknemers zijn gezonder en verzuimen minder, en ook het milieu profiteert mee.”
Utrechters fietsen vaakst naar werk
Maar liefst 42,9% van de Utrechters tussen de 18 en 65 jaar gaat fietsend naar werk of opleiding. Het percentage inwoners dat kiest voor deze duurzame manier van reizen, ligt hiermee hoger dan het landelijk gemiddelde van 37,9%. Geen enkele provincie scoort hoger. Hekkensluiter is Limburg: hier fietst ‘slechts’ 38,6% van de werkenden.
Gemeente Utrecht en Houten kiezen vaakst voor duurzaam vervoer
Hoeveel Utrechters naar werk of opleiding fietsen, verschilt sterk. Gemeente Utrecht staat bovenaan: hier loopt of fietst maar liefst 52,4%. Ook in Houten en Bunnik is deze gezonde gewoonte populair. De top 10 gemeenten waarin dit duurzame vervoer het vaakst gekozen wordt:
Utrecht (gemeente): 52,4% fietst naar werk of opleiding
Houten: 47% fietst naar werk of opleiding
Bunnik: 45% fietst naar werk of opleiding
Amersfoort: 42,6% fietst naar werk of opleiding
De Bilt: 42,3% fietst naar werk of opleiding
Zeist: 42,2% fietst naar werk of opleiding
Veenendaal: 42,1% fietst naar werk of opleiding
Woerden: 40% fietst naar werk of opleiding
Nieuwegein: 39,5% fietst naar werk of opleiding
Bunschoten: 39,4% fietst naar werk of opleiding
In Lopik ligt het aandeel inwoners dat op de fiets naar werk of opleiding gaat met 31,1% het laagst van heel Utrecht. Ook in Vijfheerenlanden (31,9%) en De Ronde Venen (32,4%) is het percentage werkenden dat de fiets neemt relatief laag.
Regenachtig jaar remde groei aan fietsers af
Na jaren van groei daalde in 2024 plots het aantal werknemers dat de fiets pakte. Waar in 2023 nog 47% van de werknemers die dichtbij woonden fietsend naar kantoor ging, zakte dit in 2024 naar 38%.
Een mogelijke verklaring hiervoor is het weer. Uit een analyse van KNMI data blijkt namelijk dat het aantal regenachtige werkdagen in 2024 aanzienlijk hoger lag dan in 2023. In april lag het aantal regenachtige werkdagen zelfs op 95%. De kans is groot dat men dus vaker in de auto stapte om een nat pak te vermijden.
“Het Landelijk Reizigersonderzoek laat zien dat werknemers hun vervoermiddel vooral kiezen op basis van afstand, weersomstandigheden en veiligheid. Een werkplek dichtbij huis heeft de voorkeur, omdat je dan minder tijd aan reizen kwijt bent. Maar het weer kan dan ook spelbreker zijn. Als het bijvoorbeeld hard regent, stappen we toch liever in de auto of het OV”, aldus Sharita Boon.